
Onstaan van Brainspotting uit EMDR
Brainspotting is een relatief nieuwe en diepwerkende therapeutische methode voor het verwerken van psychisch trauma, emotionele blokkades en andere psychische klachten. De methode is in 2003 ontwikkeld door de Amerikaanse psychotherapeut David Grand, en staat bekend als een afsplitsing of doortontwikkeling van EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). In dit hoofdstuk wordt de ontstaansgeschiedenis van Brainspotting beschreven, met bijzondere aandacht voor de relatie tot EMDR, de invloed van neurobiologie en de praktijkgerichte ontwikkeling van deze behandelmethode.
1. De Grondlegger: David Grand
David Grand, Ph.D., is een Amerikaanse psychotherapeut die bekendstaat om zijn werk met trauma, sporters, artiesten en overlevenden van rampen. Hij begon zijn carrière met een achtergrond in traditionele psychotherapie, maar raakte begin jaren '90 betrokken bij EMDR.
Grand werd opgeleid door Francine Shapiro, de grondlegger van EMDR, en werd zelf een vooraanstaande EMDR-therapeut. Hij paste EMDR toe in zijn werk met cliënten die te maken hadden met diepgewortelde trauma's, vaak voortkomend uit misbruik, geweld of extreme prestatiesituaties (bijvoorbeeld bij topsporters en artiesten).
Hoewel hij de kracht van EMDR erkende, begon Grand na verloop van tijd ook beperkingen te ervaren in de methode, met name bij cliënten die moeilijk toegang kregen tot hun diepe emotionele blokkades. Dit bracht hem ertoe om te experimenteren met alternatieve vormen van visuele en lichaamsgerichte benadering, wat uiteindelijk zou leiden tot Brainspotting.
2. De Geboorte van Brainspotting (2003)
De werkelijke doorbraak kwam in 2003 tijdens een therapiesessie met een jonge kunstschaatsster die prestatieangst had. Grand gebruikte EMDR-achtige technieken, maar merkte dat de cliënt bijzonder intens op één specifieke oogpositie reageerde. Toen hij haar vroeg om haar blik gericht te houden op precies die plek in de ruimte, begon er een onverwacht diep verwerkingsproces op gang te komen – dieper dan hij ooit met EMDR had gezien.
Grand concludeerde dat er iets bijzonders aan de hand was met de "gaze spot" of "brainspot": een oogpositie die direct verbonden lijkt te zijn met een onbewuste neuro-emotionele lading in het brein. Waar EMDR werkt met snelle, herhaalde oogbewegingen, ontdekte Grand dat het focussen op één enkele oogpositie juist een diepere toegang kon geven tot onverwerkte trauma's.
Deze ontdekking vormde het begin van een nieuwe methode: Brainspotting.
3. Wat is een Brainspot?
Een brainspot is een specifieke plek in het visuele veld die correspondeert met een neuropsychologische "plek" in het brein waar trauma of emotionele spanning ligt opgeslagen. Door het oog op deze plek te laten rusten terwijl de cliënt zich richt op een innerlijke ervaring (zoals een fysieke sensatie, emotie of herinnering), wordt het natuurlijke verwerkingsmechanisme van het brein geactiveerd.
Volgens Grand is het motto van Brainspotting dan ook:
"Where you look affects how you feel."
Deze eenvoudige, maar krachtige benadering onderscheidt Brainspotting fundamenteel van EMDR, dat sterk leunt op cognitieve herstructurering, bilateral stimulation (zoals oogbewegingen of klikjes), en een gestructureerd protocol.
4. De Neurobiologische Grondslag
In tegenstelling tot EMDR, dat oorspronkelijk vooral praktijkgericht begon en later neurologisch werd onderbouwd, werd Brainspotting vanaf het begin gepositioneerd als een neuro-experiëntiële methode. Grand verwees daarbij naar de rol van de subcorticale gebieden van het brein – zoals de amygdala, hippocampus en het cerebellum – die betrokken zijn bij de opslag van traumatische ervaringen.
De theorie achter Brainspotting suggereert dat veel trauma's vastzitten in het lichaam en het diepere brein, buiten het bereik van taal en cognitie. Door via oogposities toegang te krijgen tot deze lagen, kunnen deze ervaringen alsnog worden verwerkt.
Grand liet zich ook inspireren door andere somatische therapieën zoals Somatic Experiencing (Peter Levine) en Sensorimotor Psychotherapy (Pat Ogden), waarin het lichaam en niet alleen de geest als ingang tot verwerking wordt gebruikt.
5. Verschillen en Overeenkomsten met EMDR
EMDR is ontwikkeld door Francine Shapiro in 1987, terwijl Brainspotting later is ontwikkeld door David Grand in 2003. Bij EMDR wordt gebruikgemaakt van bilaterale stimulatie, zoals oogbewegingen, geluiden of tikjes. Brainspotting daarentegen richt zich op fixatie op één specifieke oogpositie.
Het proces bij EMDR bestaat uit actieve herbeleving en cognitieve verwerking van trauma's. Brainspotting werkt op een andere manier, namelijk via diepgaande, lichaamsgerichte zelfverwerking. De rol van de therapeut verschilt ook: bij EMDR is deze actief en sturend, en werkt volgens een vast protocol. Bij Brainspotting is de therapeut juist meer afwachtend en volgend, met een cliëntgerichte benadering.
Tot slot is er ook een verschil in neurofysiologische focus. EMDR richt zich vooral op cognitieve en emotionele verwerking, terwijl Brainspotting werkt via subcorticale verwerking met een visueel-lichamelijke ingang.
6. Internationale en Nederlandse Ontwikkeling
Na de introductie in de Verenigde Staten verspreidde Brainspotting zich snel internationaal. In Nederland en België werd de methode rond 2008-2010 geïntroduceerd en sindsdien is het aantal opgeleide Brainspotting-therapeuten aanzienlijk gegroeid. Er zijn inmiddels internationale conferenties, vervolgopleidingen en onderzoekstrajecten gaande om de effectiviteit van Brainspotting in kaart te brengen.
David Grand zelf publiceerde meerdere boeken over Brainspotting, waaronder:
- "Brainspotting: The Revolutionary New Therapy for Rapid and Effective Change" (2013)
- "This is Your Brain on Sports" (2016, samen met Allen S. Goldberg)
Kortom
Brainspotting is ontstaan als een intuïtieve doorontwikkeling van EMDR, gebaseerd op een unieke observatie tijdens een therapiesessie. Door zich te richten op oogposities in combinatie met lichaamsbewustzijn en diepe focus, biedt Brainspotting een alternatieve route naar traumaverwerking. Waar EMDR zich meer richt op het herstructureren van herinneringen met behulp van oogbewegingen, biedt Brainspotting toegang tot diepere, vaak non-verbale lagen van het zenuwstelsel. Hoewel beide methoden verwant zijn, vertegenwoordigen ze elk een unieke benadering van trauma en heling – en beide hebben hun eigen plaats in het therapeutisch landschap van de 21e eeuw.